Systeemtherapie

Systeemtherapie wordt ook wel gezinstherapie genoemd.

Systeemtherapie wordt toegepast als iemand in het gezin zich zorgen maakt over iemand anders van het gezin of over iets wat er in het gezin gebeurd is. Het is een soort psychotherapie, maar dan niet gericht op een individu, maar op de relaties tussen mensen. Uitgangspunt is dat een probleem of een (psychische) klacht nooit op zichzelf staat. Systeemtherapie gaat ervan uit dat mensen pas werkelijk helemaal begrepen kunnen worden in de context van hun relaties. We reageren op onze omgeving en onze omgeving reageert op ons.

Samen met de cliënten onderzoek ik waar hun klachten of zorgen mee te maken hebben, hoe we beter kunnen begrijpen waarom het gaat zoals het gaat en wat een gezamenlijk vertrekpunt voor verandering zou kunnen zijn. Systeemtherapie gaat niet op zoek naar oorzaken, de waarheid of een passende diagnose, maar richt zich op de krachten en mogelijkheden van de betrokkenen om te veranderen.

Als systeemtherapeut kijk ik hoe gezinsleden met elkaar omgaan en communiceren, maar net zo belangrijk zijn omgevingsfactoren zoals werk, school, cultuur, geloof etc. Ook kijk ik naar patronen  die zich van grootouder op ouder op kind herhalen.

In de systeemtherapie betrek ik in verschillende samenstelling graag zoveel mogelijk leden van het gezinssysteem bij de therapie. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn ex-partners, nieuwe partners (stiefouders), opa’s en oma’s, tantes en ooms, of steunfiguren zoals goede vrienden, buren, collega’s  of leeraren.

Systeemtherapie kan breed worden ingezet. Bijvoorbeeld bij relatie- en gezinsproblemen, bij nieuw samengestelde gezinnen, bij psychische problemen van een gezinslid, bij conflicten en huislijk geweld… Zo ook bij voorbeeld bij conflictscheidingen (zie ook kopje Kindbelang). Denk hierbij aan herstelgesprekken tussen ouder en kind(eren) waar het contact verbroken is (geweest) of gesprekken tussen ex-partners over de reorganisatie van hun ouderschap.